DOMINEE KORT: "EK IS BEREID VIR DIE SAAK VAN CHRISTUS TE STERF"
Geagte leser. In hierdie derde onderhoud met ds. Kort, die predikant van die Mieraskerk van die Ou Gereformeerde Gemeente sal ons hom vrae stel oor wat aangegaan het op Sondag 28 Maart. Toe is die kerkgangers wat 'n diens wou bywoon namelik lastig geval deur talle joernaliste, wat by die ingang gestaan het en ongevra mense 'n mikrofoon onder hul neus gestoot het. Hierdie kerk het dit namelik gewaag, ondanks die riglyne wat die outoriteite uitgevaardig het om meer as 30 mense toe te laat. Baie kerkgangers het hul so bedreig gevoel dat enige van hul vies geword is dat die Pers nie die Sondagsrus gerespekteer het nie. Hulle het een verslaggewer geslaan in sy maag en gesê dat hy moet vertrek.
Die voorval het geresulteer in 'n vuurwerkbom wat op Dinsdagmôre 30 Maart omstreeks halfvyf deur onbekende gegooi is en die voorkant van die kerk beskadig het. Op Woensdag 31 Maart het die predikant by sy huis 'n dreigbrief ontvang waarin aangekondig word dat die gebou aan die brand gesteek sal word. Sedertdien bewaak die polisie die kerkgebou.
"Dominee Kort allereerst hartelijk dank dat u tijd heeft gevonden en ons wederom te woord wilde staan. We mogen toch wel stellen dat we in een hele vreemde tijd leven waarin de vijanden van het geloof cq de boze machten zich telkens meer en duidelijker manifesteren?"
"Ja, dat is het. We hebben te maken met een toenemende verharding en verkilling der liefde van het Nederlandse volk, dat eertijds zo bekend was met het werk van God. De Heere schonk ons moed en kracht om deze tendens zoveel mogelijk tegen te gaan. Zijn erfdeel houdt de Heere Zelf staande, ook al is de strijd heftig en de moeite groot. In deze tijd van de Corona kwam alles nog eens in versnelling. De afwijkingen van ons land resulteerden in maatregelen, die onze Koning onteerde en ons de dienst des Heere versmalde. Met die absurde maatregelen werd in feite voor velen het dienen van de Heere ontnomen. Ik noemde indertijd dat de noodmaatregelen dwangmaatregelen werden. Tijdens die dwangmaatregelen zagen we dat de premier steeds meer macht naar zich toetrok en het Nederlandse volk ging benauwen. Hij en twee andere ministers opereerden op een vlak waarin zij geen zeggenschap hebben. Ze eigenden zich deze toe om met wat andere exclusieve instellingen, de dienst in Nederland uit te maken. Tegenspraak werd steeds minder geduld, de besluiten werden harder en het optreden agressiever. Regelingen in overleg met een breder platform kwam niet aan de orde. De kerk kwam steeds meer in het gedrang. Het lauwe christendom heulde met de overheid mee, en Gods Kerk werd meer druk opgelegd. Ja, eigenlijk was er al sprake van discriminatie van christenen. Hun opvattingen werden belachelijk gemaakt en hun scholen het mikpunt van kritiek. Een lichte vorm van vervolging lag in de lijn van het optreden van de Overheid. Ze werden zich steeds meer bewust van hun macht door het stimulerende werk van de media. In feite wordt ons volk door de media geregeerd. Ontzettend is hun invloed op het hele gebeuren. De revolutie diende zich aan. Alles begint zich onderhands te roeren. De regeerders toonden zich verblind door hun eigenwaan".
"U en uw echtgenote worden nu al meer dan een jaar getreiterd enkel en alleen vanwege het feit dat u citeert uit de Bijbel en niet meer dan dat. We zouden nog niet willen spreken van vervolging, maar de ruimte om iets in alle vrijheid te kunnen zeggen wordt toch wel beperkter en lijkt ook beknot te worden. Onderschrijft u deze mening of ziet u het anders?"
"Ja, de waarheid is een heikel punt in onze tijd. Ze wordt gevoed door het feit dat we de Heere alom hebben verlaten. Het beslag is bijna geheel weg. Men weet niet waar het om gaat in de Bijbel. We zijn over het algemeen geheel vervreemd van Gods Woord. De simpelste dingen worden niet meer begrepen en daarom ook dikwijls verkeerd, om nog maar het woord vals niet te gebruiken, geïnterpreteerd. Het begon zoals u weet met die brief. U heeft mij daarvoor nog geïnterviewd. Deze was doorgespeeld aan een homo en deze gaf de brief door aan een regionale omroep. Ik weet niet welke, dat geeft ook niet. Deze verbreidde die brief met een sensationele, aandachttrekkende kop de wereld in. De tongen kwamen los. Social media stond er bol van. Precies zoals dit voor deze politieke kopstukken de bedoeling was. De hetze tegen onze kerk, en de kerken was begonnen. Tegen mij werd aangifte gedaan, die ze niet konden winnen. Het ging over de regel of zinsnede: De praktijk van euthanasie moet ophouden, de zondag niet langer ontheiligd, de roepende zonden die tegen de scheppingsorde indruisen, dienen uitgebannen. Ze deden voorkomen alsof ik alle homo’s wilde verbannen. Nu is het woord verbannen in de Bijbel geen ongebruikte uitdrukking, en ook in de kerkgeschiedenis komt de praktijk van verbannen zijn veel voor (net als Johannes op Patmos), maar in de uit het verband gerukte zin werd beslist niet gesproken dat ik de homo’s wilde uitbannen. Dat zou dan in de zin van uitroeiing of iets dergelijks zijn. Dat de Heere dit Zelf met Sodom en Gomorra deed, zou elk getrouw Bijbellezer wel kunnen weten. Daar hebben wij als predikanten geen woord in. Dat is een zaak van God. Maar het betrof een woord, waarmee bedoeld wordt: Stop er mee, geef deze zonden geen plaats, laat ze niet voortwoekeren, want ze bezorgt ons allen de ondergang. Zij en wij zijn in gevaar als we ons niet alleen van deze, maar van alle zonden bekeren. Alle vormen van hoererij zijn van de Heere veroordeeld. Hoererij sluit ons buiten het koninkrijk Gods. Dat wil niet zeggen dat hoeren en tollenaars niet bekeerd kunnen worden. Zeker kan dat, maar zolang ze in die zonden doorgaan en sterven, zullen ze het koninkrijk Gods niet beërven. Het juiste verstaan van het woord uitbannen van de zonde, die tegen de scheppingsorde indruisen, willen en kunnen deze homofile gezindten niet verstaan of begrijpen.
Daarom gingen ze in feite door om mij en onze kerk te vervolgen, nadat ze hun rechtszaak hadden verloren. Ze renden steeds rondom de kerk, telden steeds de mensen. Ze liepen met spandoeken door Rotterdam om de mensen op te roepen om ons te plagen enz. Ze zochten de aandacht van de media en kwamen voor interviews in hun goedgezinde televisie- en radio omroepen, om de mensen tegen ons op te hitsen. Ze krijten steeds op de straat, schreven haatmails en brieven, belden anoniem, waren ons vijandig gezind en maakten zoveel mogelijk spektakel. Zo zochten ze op alle manieren ons te grazen te nemen en deden zij goed hun best om mij en de Mieraskerk in een kwaad daglicht te stellen. Dit scheen hun aardig te lukken, maar in één ding vergissen ze zich. Ze hebben met een dienaar van God en Gods kerk te maken. Daarom is hun onderneming tot mislukken gedoemd. Van God kun je niet winnen. Gods Woord kan je niet tot zwijgen brengen. Als ik niet spreek zullen anderen het doen. De Liefde van Christus dringt ons. Ook voor de zonden en overtreding moeten we waarschuwen, waarin we het behoud van zondaren zoeken. Dat valt niet te beknotten, noch in te perken. De strijd is des Heeren en daarom wordt deze strijd in ons voordeel beslecht. God is overwinnaar in de strijd en Hij geeft Zijn volk de zegen".
"Dan over die bewuste zondag 28 maart. Hoe moeten we ons dit voorstellen. Kunt u schetsen wat er precies gebeurde. Kerkgangers komen naar uw kerk met als enige doel om onder het Woord te zijn en zien zich plotseling geconfronteerd met ongewenste gedragingen door de Journaille. Had de Pers van tevoren aangekondigd dat ze zich voor het gebouw zouden opstellen?"
"Het is voor mij niet helemaal vast te stellen hoe het allemaal ging. De sfeer heb ik wel geproefd, maar ik heb me niet onder het kerkvolk bewogen. Niet omdat ik dat niet durf, maar eenvoudigweg, omdat ik vlak voor de Woordverkondiging mij niet wil laten afleiden door een interview of iets dergelijks. Daarbij heb ik vooral ook een hekel aan het maken van foto’s van mijn persoon en voor de TV wil ik mij geheel niet lenen. Ook de opzet van deze journalisten staan mij niet aan. Ze waren niet uit op een eerlijk verslag van de gang van zaken, maar op sensatie. Ze wilden hun honger stillen om de kerkmensen voor de hele wereld bespottelijk te maken.
De uitbraak van Corona gaf daartoe een goede aanleiding.Houden ze zich wel aan de regels? Allicht komen ze wel wat tegen om met grote, vette koppen de aandacht van een breed publiek te trekken. Een verslaggeving die de leegte aan het licht brengt. Iets zinnig is niet meer denkbaar voor deze gasten en daarom moeten ze met tellen van mensen de kranten vullen. Hun verhaal moet zo smeuïg mogelijk hun lezerspubliek aanspreken. Nee, we wisten van niets. We werden erdoor overvallen. We kregen er op de duur wel erg in dat ze er aankwamen. Sommigen haalden hun gegevens van het internet en programma’s van filmpjes enz. De koster kreeg wel eens iets van andere mensen door, maar we schrokken meestal per keer als we ze weer zagen met hun camera’s en de lange stokken met microfoons. De kerk moest het lijden, dat was de opzet. Hun bedoelingen waren allerminst positief. Achteraf bleek het niet bij iedereen zo te zijn. Anderen vroegen na deze stormloop een eerlijk verhaal van deze gebeurtenissen en boden als tegenwicht op al die leugen een eerlijk verslag aan. Daar hebben we uiteindelijk ook gebruik van gemaakt. Maar in de eerdere gevallen moesten ook hier weer de goeden onder de kwaden lijden. Maar iedereen zou kunnen weten dat we op Gods heilige dag met zulke dingen niet gediend zijn. We zitten niet op die herrie te wachten. Onze gedachten gaan naar God en Zijn dienst uit".
"In de inleiding gaven we al aan dat de media daar waren omdat uw kerk het gewaagd had om meer dan 30 mensen uit te nodigen voor de dienst. Is dat dan zo bijzonder in een gebouw waar normaliter veel meer mensen in kunnen?"
"Nee, in het begin was een klein aantal kerkgangers nog wel te begrijpen. Iedereen schrok van de hand des Heeren waarmee Hij de wereld sloeg. Nadien werd het moeilijker. Wat zoekt de overheid in de kerk! Wat heeft ze met Gods inzettingen van doen. Ook zij dient de dag des Heeren te eerbiedigen en waar te nemen. Zij moet de dienst des Heeren bevorderen en niet afbreken. Met een ziekte als deze mag zij best een algemeen geldende regel verordenen, maar ze mag geen heerschappij voeren in de kerk. De kerk behoort aan Christus, onze opperste Koning en Macht. God heeft Zijn eredienst gevorderd tot Zijn eer. Hij is ook de Beschermer van Zijn volk. Hij vraagt van ons geloof en vertrouwen. De wereldlijke-, en kerkelijke overheid is aan Hem gehoorzaamheid verplicht. Daar doet een regering in een democratie als in ons Land, niets van af. Daarom moet zij oproepen tot boete en bekering, net als de Koning van Nineve. Zo niet, dan is onze ondergang aanstaande, omdat de zonde van Nederland een hoogtij heeft. De hele wereld vraagt om de uitvoering van Gods oordeel. Ze tarten God aan alle kanten. Maatschappelijk, economisch, ethisch, medisch en kerkelijk wordt God geheel uitgesloten en overschrijdt men alle grenzen van fatsoen, waarheid en oprechtheid. De slagen uit de eindtijd profetie konden niet uitblijven. De uitbraak van deze Chinese griep is daar een voorbeeld van. Het zette de hele wereld op z’n kop. De maatregelen van dertig in onze kerk is in geen verhouding met het maatwerk voor ons kerkgebouw. Wie verzint nu zoiets? Dit kan niet anders dan dat dit uit onredelijk verstand voortkomt. Dat geldt trouwens van zovele maatregelen van de voorheen zittende regering. We hielden er ons trouwens in eerste instantie wel aan. Toen vatten we de moed om dit aantal tot een honderd of twee uit te breiden. In de zomerperiode werd Gods huis weer gevuld met inachtneming van 1,5 meter. Bij de tweede golf gingen we weer terug naar tweehonderd, meen ik. We belegden drie diensten met een vierde dienst op woensdag, zodat men in een week toch twee keer kon gaan. Kortom, we stelden alles in het werk om op een ordelijke manier de mensen tegemoet te komen. De zieken en ouderen bleven uit zichzelf al weg. Echter was dit niet naar de zin van de haat zaaiende groepen waarvan u eerder sprak. Ze zaten ons steeds op de nek om ons te dwarsbomen en commotie uit te lokken. Voor ons hoefde deze verdrukking niet vreemd te zijn. De Bijbel heeft het ons voorzegt. Dat geldt ook voor Gods oordelen. Het is dan ook geen wonder dat de Heere deze aarde sloeg met een pandemie. Duidelijk zien we ook dat God de wereldleiders een beker vulde die leidde tot onzinnigheid. Dat komt omdat men God niet kent, en dan moeten ze bij zulke slagen van God wel verdwaasd hun heil in andere middelen zoeken. En? Het brak hun bij de handen af. Ze liepen als blinden langs de wand en vonden geen opening. Men weet de deur en toegang niet om hun vermeende geluk weer terug te vinden. Deze ligt bij God, die men verliet".
"Dan willen we het hebben over de vuurwerkbom die de dinsdag erna de pui van de Mieraskerk beschadigde. Hoe groot is de schade en is er al een verdachte of zijn er al verdachten opgepakt?"
"Dat was wel even schrikken die morgen. Wat een drukte ook om ons huis. We waren wel even wat emotioneel toen we van de gebeurtenis hoorden. ’s Nachts werden we wakker door een enorme klap. We zaten rechtop in bed. Ik ging er even uit om naar buiten te kijken. Was er een ontploffing in het winkelcentrum of was het een explosie op het industrieterrein? Mijn vrouw dacht aan de wederkomst van Christus. Dat beschaamde me. Ik dacht: Zij is er met het hart beter bij dan ik. We moeten Hem toch elk moment verwachten. Christus zei toch dat dag kwam als een dief in de nacht. We gingen weer wat slapen en vermoeden echt niet dat het van een vuurwerkbom naast ons huis kwam. Een aanslag op de kerk? Wie had dat gedacht! Ja, dat was het geval vertelden ze ons die morgen.
Rond half vijf had een jonge man die bom tegen de pui van de kerk tot een ontploffing gebracht. Het filmpje van de camera’s werd al spoedig gedeeld. Die camera’s waren geplaatst omdat een homobeweging uit Rotterdam (COC) al lange tijd rond onze kerk aan het provoceren was. Dan weer met vlaggen op het pad, de andere keren plaatsen ze weer ’s nachts vlaggetjes met de regenboog in de tuin van de kerk. Dan weer werd er op zondagmorgen met eieren tegen de ramen van de kerk gegooid. Mensen werden aangesproken, gefilmd en lastiggevallen. Ze gaven onze buurman aan bij de justitie, toen hij hen aansprak op hun gedrag op het terrein van de kerk, met het gevolg dat hij later met veel last ook nog eens werd beboet. Hun provocaties waren hier iedereen in de buurt zo’n beetje tot ergernis. Geen wonder dat die groep zich hatelijk gemaakt heeft in onze gemeente. En dat heeft niets met hun geaardheid te maken. Ze richten veel kwaad aan in onze gemeenschap. Met de steun van de politiek en het subsidiëren van hun beweging voelen ze zich oppermachtig. In ieder geval was de schade aanzienlijk, maar niet onoverkomelijk. Een lichte beschadiging aan de deur. Een ruit kapot. Een aantal ruiten waren door de hitte en het kruit bedorven. Een paar platen in het plafond moesten vervangen worden. De armatuur van de lampen in barrels. Ik raam de kosten op een 3000 euro. In ieder geval waren ze dagen bezig om de schade te herstellen. Inmiddels had de glaszetter al kosteloos nieuw glas ingezet. Een man die zelf nooit naar de kerk ging, wilde de kosten van de aannemer betalen. Het werk van de installateur wijst ook in die richting. Iemand uit een andere kerk in ons land, wilde ook zijn bijdrage leveren. Een enorm meeleven richting onze kerk kwam hierdoor op gang. Wat de dader betreft, hebben de mensen hier wel een vermoeden. Ze speculeren op iemand uit de buurt. Half vijf hield de avondklok op. Vijf minuten later was er de ontploffing. Men hoorde rennen door de steegjes en het klappen van een deur, hier niet ver vandaan. De politie weet het waarschijnlijk ook wel zo’n beetje. Maar ze moeten zeker zijn van hun zaak. Aan bewijsmateriaal moet het niet ontbreken. En stel je voor dat ze een verkeerde oppakken. Voor de politie is alle voorzichtigheid geboden. Als de zaak afgerond is, zullen we er wel iets meer van horen wanneer ze er mee naar buiten komen. We hebben een goed en vriendelijk politiekorps en hebben ze met genoegen binnen de deur gehad".
"Heeft u enigszins een vermoeden in welke richting gezocht moet worden naar deze vernieling van het gebouw?"
"Voor de meesten die ik gesproken heb, wordt aan iemand hier in de buurt, vlakbij de kerk gedacht. Er zijn er die zich altijd al vijandig tegen de kerk hebben uitgelaten. Maar daar moeten we voorzichtig in zijn. Misschien hebben die mensen er geen part nog deel aan. Dat is iets voor de politie. Die zullen al wel iemand op het oog hebben. Mogelijk weten ze al wie het is. Misschien zijn er meerdere verdachten. Het kan ook zijn dat de verdachte minderjarig is. Ik weet het niet. Hier en daar wordt wel wat gemompeld, maar wat richt je aan als je de verkeerde pakt. Of wat betekent het voor de familie als je zoon van het bed gelicht wordt! Stel je voor dat je hier woont, en de buurt steeds naar je kijkt of over je spreekt. Wat betekent zoiets voor je verdere leven. Dat is niet bevorderlijk voor de samenleving. Wel zijn het vragen waar we een, twee, drie niet uitkomen. Een ding is zeker: God weet het. Aan Zijn gericht kan niemand ontkomen. Wie zal daarvoor kunnen bestaan? Als we ons eigen hart ook kennen, komen we nergens bovenuit. Dat betekent niet dat er geen recht gedaan moet worden, maar nu is er nog vergeving. Dat mocht de Heere die jongen, maar ook ons schenken".
"Een dag later werd er op uw privéadres een dreigbrief in de brievenbus gedaan waarin aangekondigd werd dat de kerk in brand gestoken zou worden. Was deze brief ondertekend en zo ja wie eiste de verantwoordelijkheid voor deze bedreiging op?"
"Die dreigbrief kwam kort na die vuurwerkbom. Voor of met de Pasen zouden ze onze kerk in brand steken. Ze was gericht aan de Mieraskerk. De koster was hier net in huis. Die brief moest mee; die moest de politie hebben. Toen kwam het hele onderzoek op gang. Daarna kwam er nog een briefkaart. Daarop stond dat de kerkgangers eigenlijk net als herten moesten worden afgeschoten. Ook wijzelf vielen onder die categorie. Mijn vrouw had er niet eens erg in. We kregen al zoveel van die vreselijke verwensingen door de deur. Ze had net mijn schoonzoon (de zoon van onze koster) aan de telefoon. Ze las hem die kaart voor. Hij zei: je moet direct de politie bellen. Dat heeft de koster dan ook voor mijn vrouw gedaan, anders had ze die op de enorme stapel van de andere akelige en smerige brieven gedeponeerd. Nu herinnerde ze zich dat ook de politie er ook om gevraagd had, om dergelijke post hen door te geven. Voor die tijd hadden we ook al een bedreiging. Een anoniem iemand belde ons eindeloos op. Op het moment dat mijn vrouw de telefoon weer eens oppakte, zei de beller dat hij nu wist wie ik was. Hij had achter mij gelopen en wist het nu zeker dat ik de predikant was die hij moest hebben. Binnenkort, heel snel, zou ik in elkaar geslagen worden en eraan gaan. Zelf gaf ik er niet veel om. Zo gaat dat in de wereld. Ons boze hart heeft er al zovelen vermoord. Van wat ons in de weg loopt, moet opgeruimd worden. In mijn vroegere, wilde leven was ik wel wat vechten gewend. Een wonder dat ik nog leef. Zo wordt er wat af gescholden en gedreigd in deze decadente maatschappij. Dus we waren samen nog niet zo erg ontsteld. Dit bericht namen we dan ook voor kennisgeving aan, maar onze kinderen en omstanders wilden dat we aangifte deden. Het moest nu eindelijk maar eens ophouden. Vandaar dat mijn vrouw hier aangifte van deed".
"In de subtitel liet u weten bereid te zijn te sterven voor de zaak van Christus. Houd u er rekening mee dat de dreigementen aan uw adres op korte of langere termijn een voldongen feit zullen gaan worden?"
"Ja, door al die drukte en gebeurtenissen heen realiseer ik mij dat dit wel eens menens kan zijn. Met deze verdrukking kan op deze manier de dood wel eens dichtbij zijn. We leven altijd wel dicht bij het feit dat het snel eeuwigheid kan worden. Het ouder worden maakt dit ook steeds meer duidelijk. Je gaat er nog meer op aan leven. Je roeping en taak lijkt al meer vervuld en beëindigd te worden. Je leest in de Bijbel van de vervolgingen, die in de eindtijd op alle wijze verhevigd wordt. Je weet van het bloed der martelaren dat het tot een brede stroom zal worden. Maar dat jou bloed gaat vloeien leek in ons kleine, voorheen christelijke, Nederland nog niet zo direct aan de orde. Natuurlijk ondervinden we als predikant al de innerlijke vervolging van satan, zonde, ongeloof en wereldliefde. Nog veel smartelijker is de ervaring die je opdoet in je eigen kerk. Van geloofsgenoten, vroegere kerkleden en medepredikanten moet je veel pijn leiden. Op de duur negeren ze je vaak, of spreken kwaad van je, smaden je of geven je een dolkstoot in de rug. Maar nu konden die camera’s van fotografen ineens in mitrailleurs veranderen en de microfoon in een pistool die jou de kogel geeft. Je dood door geweld werd zomaar werkelijkheid. Toen dacht ik aan Christus en Zijn liefde, Zijn dood en Zijn bloed. De roeping waarmee Hij mij riep maakte mij door deze commoties niet minder vastberaden om Zijn Woord te prediken, als ook om zo nodig voor dit Evangelie te sterven. Met al die rechercheurs om ons heen, de smaad op het internet, de laster uit veler monden maakten mij nog meer bereid om voor Zijn zaak op te komen. De dood was mij welkom om nog spoediger dan dat ik al wenste bij mijn Heere te zijn. Hij is mijn leven en het sterven is mij gewin. Zijn offer, bloed en liefde heeft zo’n liefde in mij teweeg gebracht, dat alle leed verzacht. Ik feite maakte ik de knopen van mijn jas los en deed mijn borst vooruit en zei: Hier heb je mij, doe met mij wat je wilt, Ik ben niet alleen bereid om voor de zaak van Christus te leven, maar ook te sterven. Ik voelde toen de kracht van God in mijn geest en hart stromen. Zo was het".
"We willen gaan afronden en danken u weer hartelijk. Moge de rijke zegen van de Heere op u, uw echtgenote en op de gehele Gemeente rusten".
"U ook bedankt voor dit aanbod en het vertrouwen. De Heere zegene het werk wat u hierin doet".